Ik heb 50 jaar geleden een vleermuizentrauma opgelopen. Zo'n beest was midden in de nacht mijn slaapkamer binnengevlogen en cirkelde in het pikkedonker eindeloze rondjes langs het plafond. Ik was 8. En lag verstijfd in mijn bed, geen idee wat het was. En geen idee wat ik moest doen. Uiteindelijk besloot ik heel snel mijn kamer uit te rennen. Toen ik de deur opendeed, vloog ie over mijn hoofd naar de gang. Keihard gegild heb ik. Sindsdien ben ik als de dood voor die beesten. Zelfs het woord geeft mij kippenvel. En de afbeelding hier al helemaal.
En toen sprak ik vorige week Eric de Blok. Mijn favoriete zoöloog-psycholoog-bedrijfskundige. Hij kan je echt fantastisch laten zien wat je als veranderende organisatie kunt leren van de natuur. Ik hou enorm van zijn blogs over wendbare zeepaardjes, samenwerkende mieren en parende slakken. Ik hou ook enorm van zijn uitleg over natuurlijk veranderen, dat echt vele malen minder harmonieus en vredelievend is dan we denken en wensen.
We kregen het over veelvoorkomende kwalen van organisaties in verandering (ja, wat wil je, twee veranderkundige psychologen die wandelen door het bos ...). Hoe vaak er, zeker in verandering, geklaagd wordt over te weinig luisteren. Ik hoor bijna dagelijks over luisteren voor de sier. Of wassen-neus-luisteren. Luisteren naar de verkeerden. Selectief luisteren. Lul-jij-maar-luisteren.
Net zo vaak hoor ik trouwens over luisteren tot je een ons weegt.
Eric vertelde me over vleermuizen. Ik kreeg acuut de kriebels, maar goed. Hij vertelde dat vleermuizen de dieren zijn die het best kunnen luisteren van alle dieren. Maar met welke intentie luisteren vleermuizen nou eigenlijk, vroeg hij zich af. Ze luisteren om van richting te veranderen. Terwijl mensen vaak juist luisteren met de intentie om rechtdoor te gaan. Juist niet van richting te veranderen.
Als je luistert met vleermuis-oren, dan luister je dus om een andere afslag te nemen. Om van perspectief te veranderen. Om een andere weg te gaan. Je te laten verrassen. Iets te horen wat je doet bewegen, een andere kant op dan waar je van plan was naartoe te bewegen.
Dàt is luisteren met vleermuis-oren. Geniaal toch?
In de auto op de terugweg werd ik gebeld door iemand die zich naar eigen zeggen 'kapot had geluisterd' maar nog steeds het verwijt kreeg te weinig te luisteren. Gek werd hij ervan. Ik vertelde hem meteen maar over vleermuis-luisteren. 'Nee, ik geloof niet dat ik vleermuis-oren op heb...", zei hij. "Valt er nog wel van richting te veranderen?", vroeg ik. "Nou op heel veel niet, want dat is allemaal allang besloten. Sterker nog: gewoon wettelijke richtlijnen. Maar een deel, tja, daar zou ik wel, misschien - zucht - het anders kunnen dan doen ik in gedachten had ..."
Als er in jouw organisatie veel kritiek is over niet of slecht luisteren, kun je je dus afvragen of jullie je vleermuis-oren open hebben. En vooral: mikken met je vleermuis-oren! Wanneer jullie die meer zouden moeten opzetten maar ook wanneer het antwoord op 'jij luistert niet!' echt zou moeten zijn 'ja dat klopt en dat ga ik ook niet doen want het is een gepasseerd station'. In plaats van tandenknarsend nog een half uurtje met schuin hoofd doen alsof je luistert.
En natuurlijk, zo gaat dat als je ineens een fantastische metafoor hebt gekregen, de dagen daarna sprak ik verschillende mensen met luistervaardigheden die niet helemaal (of helemaal niet) het gewenste effect hadden. Ik kwam ook veelvuldig het beruchte antwoord op 'jij luistert niet' tegen: jawel ik luister wel!
Lijkt mij geen vleermuis-oren-antwoord.
Ik zie (en mis) ze inmiddels overal, die vleermuis-oren. Ik herken ook meteen hoe ik een enkele keer iemand tref die zijn vleermuis-oren thuis heeft gelaten. En een hele groep die een kei is in niet-vleermuis-luisteren. Ik herinner mij ook 10-minuten-gesprekken met docenten met en zonder vleermuis-oren. En ben ontroerd door de vleermuis-oren van 8 grote kinderen aan mijn eettafel, die zo van elkaar verschillen.
Ik realiseer me hoe vaak ik het genoegen heb om deelnemers voor mijn neus te treffen met vleermuis-oren. Die willen juist een ander perspectief op veranderen èn die willen het organisaties bizar veel makkelijker maken om van richting te veranderen. Ik wist het niet maar nu begrijp ik dat je bij mij leert hoe je de vleermuis-oren van opdrachtgevers en teams openkrijgt voor dat andere perspectief! Hoe voorspelbaar het gebrek aan vleermuis-oren is en hoe je feilloos het verschil voelt tussen 'nog niet' en 'echt niet en trouwens nooit niet maar blijf jij het vooral proberen'.
Ik vroeg me ook af hoe het met mijn vleermuis-oren is. Ja, de kriebels krijg ik ervan, maar dat is geen excuus hè. Vleermuis-luisteren kan ik; heel-erg-niet-vleermuis-luisteren ook. Misschien iets minder talent voor doen-alsof-vleermuis-luisteren. Beetje beter mikken kan geen kwaad.
Eric de Blok kan in ieder geval heel goed vleermuis-luisteren! Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: boek zijn leiderschapswandelingen in Burgers' Zoo, als je zin hebt in een perspectief op natuurlijk veranderen dat volkomen niet klopt bij wat je altijd dacht en overal leest. Loop met hem door een bos en laat hem jullie uitleggen waarom persoonlijk leiderschap onnatuurlijk is. En horizontaal leiderschap vaak ook.
Nee, ik heb geen aandelen. Ben wel fan. Maar dat had je vast al begrepen. En als je mijn versie van vleermuis-luisteren wilt, schrijf je dan acuut in voor de systemische master voor adviseurs! Maart is vol, maar in september start een nieuwe groep waar nog een paar plekken zijn.