De kinderboekenweek-kwaal
Met dank aan de Kinderboekenweek heb ik een term voor een verschijnsel dat in heel veel organisaties aan de orde is: onbegrijpelijke weerstand. Ik noem het de Kinderboekenweek-kwaal en zag 'm dit weekend weer in levende lijve.
In een boekwinkel waar ik eerder werkte, stond ik ‘front row’ voor de cultuurdingetjes die bij dat jaarlijkse feest horen. Natuurlijk veel kinderen. En ook veel ouders van die kinderen. En opa’s en oma’s met kleinkinderen. En meteen ook kinderen met weerstand.
De kinderboekenweek levert ook verrukte gezichten van kinderen op die uren zoeken en kijken en lezen. Kinderen met keuzestress. Kinderen met dyslexie en ingehouden tranen, omdat de dyslexie-boeken zo verschrikkelijk kinderachtig zijn. Verveelde gezichten van kinderen die het jaarlijkse uitje met opa en oma allang ontgroeid zijn maar toch, om hun grootouders - en hun moeder - een plezier te doen met dit gezellige uitje, naar de boekwinkel komen. En dus geen handige transactie bij Bol.com van hun allang uitgezochte favoriete boek, betaald met een digitale boekenbon. Dus wel ongeduldig wachten (“Voor de ingang, want dat is gezellig om samen met hen naar binnen te gaan, jongens”), tot opa en oma de parkeermeter hebben gevonden (“Geen Parkmobile, dat is ingewikkeld”). Dan linea recta naar dat boek met een cover waar oma de kriebels van krijgt en vervolgens in één streep naar de kassa (“Nee, natuurlijk niet ingepakt, tsss, is voor mezelf”). Binnen vijf minuten weer weg (“Doei opa!”), moeder beschaamd en haar ouders verbijsterd achterlatend met drie kinderboekenweekgeschenken.
Dan de weerstand. Die geregeld begint met ‘je mag ‘m helemaal zelf uitkiezen, je kinderboek!!!’ Die hoor je tijdens de kinderboekenweek natuurlijk aan de lopende band. Soms begint dat al buiten bij de fiets. Je hebt de omkoop-variant voor kinderen die helemaal geen boek willen of hoeven, en de feestvreugde-verhogende-variant tegen kinderen die de boekwinkel zien als paradijs. Meestal kun je het aan de kinderen zien, dat verschil. En ik herinner me in ieder geval nog hoe bij mijn kinderen beide varianten aan de orde waren: mijn dochter genietend van weer een toffe familietraditie met taartje toe en mijn zoon die het onnodig inefficiënt vond, zo’n boekwinkel, en bovendien een bloedhekel had aan fantasy, het favoriete genre voor zijn leeftijd. Hij pakte zuchtend het boek dat ie al online had gezien en ging dan nog harder zuchtend alvast bij de kassa ging staan terwijl mijn dochter en ik, geholpen door een enthousiaste winkelmevrouw, het ene na het andere boek ‘oh kijk, dit is ook leuk!’ bekeken.
Je mag helemaal zelf kiezen dus, in de Kinderboekenweek. Grote kans dat kinderen met deze belofte verheugd op de kakelverse gi-ga-gave Geronimo Stilton Fantasia XIX afstappen, die blij omhooghouden en dan klinkt “Nee, niet die!”. Het leven van een Loser, deel 18 dan? “Nee, dat is ook geen boek, daar staan ook alleen maar tekeningen in. Kies nou een echt boek. Wil je anders niet iets van Thea Beckman of Roald Dahl ofzo?” “Nee, ik wil deze. Ik mocht toch zelf kiezen?” “Ja, je mag ook zelf kiezen, maar niet die.”
Jongens van 6 leggen mokkend het prentenboek Van wie zijn deze billen? weer weg. Meisjes van 10 zetten met pre-puber-verachting het boek van Unreleased van influencer Monica Geuze weer terug. Ook maar niet The fault in our stars, “dat gaat over kanker, dat is te zielig voor jou”.
Ik heb het niet geteld, maar ik vermoed dat de lees-zin van kinderen behoorlijk afneemt door ‘je mag helemaal zelf kiezen maar niet deze’.
En dat is precies wat er soms gebeurt in organisaties in verandering. Juist in deze kinderboekenweek vraag ik een organisatie met verrassend weinig zin in zelfsturing (na een warm onthaal met feestelijke kick-off) of ze misschien last hadden van de kinderboekenweek-kwaal. Of ze misschien die zelfsturing hadden gebracht als ‘je mag helemaal zelf weten hoe je zelf stuurt’?
Nou ehhh, ja misschien …
Ze realiseerden zich dat ze behoorlijk vaak ‘nee, niet dit en niet zo’ hadden geantwoord op weer een creatief zelfsturings-initiatief van medewerkers. Geen wonder dat medewerkers chagrijnig worden. De belofte is ‘alle ruimte’; de realiteit is nog niet de helft. De oplossing is overigens niet per se alle ruimte. De oplossing is: kader. Zeg binnen welke grenzen er zelf gestuurd en zelf gekozen mag worden. En houd je eraan.
Kan ook geen kwaad om sorry te zeggen, als je je ineens realiseert dat je vergeten bent te kaderen. In plaats van 'hoe durf je, natuurlijk niet dit'. Zoals ouders soms op hun kind reageren als ie dat fantastische fotoboek Between the Sea and the Sky van Jimmy Nelson kiest; kost € 125,-.
Die kinderboekenweek-kwaal, daar krijg je onnodige weerstand van. Kun je makkelijk oplossen. En voor al die andere logische en onlogische weerstand, met oplossing, kun je gewoon mijn boek Cultuurdingetje, hè ... kopen.
P.S. Toen ik mijn kinderen vertelde over ouders met hun ‘je mag helemaal zelf kiezen maar niet heus’-belofte, keken ze mij verbijsterd aan. En daarna elkaar. “Seriously mam …? Jij was geen haar beter.” Er kwam een kleurrijk verslag over ongewenste roze pony-boeken en Dikkie Dik boeken waar je zogenaamd veel te oud voor bent.
Ohh.