"Als ik nog één keer iemand hoor pleiten voor 'het goede gesprek', dan ga ik gillen."
Ik hoorde het naast mij op het terras. Vrijdagavond. Dat is het moment waarop ik normaal gesproken mijn oren en ogen voor alle cultuurdingetjes in organisaties probeer uit te zetten. Klaar voor de week. Maar ja, op vrijdagavond heb je meer mensen die er klaar mee zijn en op het terras aan een borrel met kaasstengels hun professioneel genuanceerde en redelijke toon uitzetten.
En dat kan ik dan weer heel slecht NIET horen, helaas.
Bovendien was die week vaker de term 'het goede gesprek' langsgekomen. Met deelnemers in de training Cultuurdingetjes die graag wilden weten wat er eigenlijk op tafel moet tijdens een cultuurverandering en het wat warm kregen van noodzakelijke hele-goede-hele-niet-fijne gesprekken. En met een directie die zorgvuldig bezig was de huidige organisatiecultuur in beweging te krijgen en voortdurend op het hart werd gedrukt vooral het goede gesprek te voeren. Waar de ene helft van de directie tandenknarsend op reageerde en de andere helft handenwrijvend.
Ik moest denken aan de podcast waar ik vorig jaar voor uitgenodigd was, met Gesprekskunstenaars. Toen ging het ook over 'het goede gesprek'. En waarom dat voor een organisatie in verandering vooral een gesprek is waar je iets anders voorrang moet geven dan 'leuk'. Of 'fijn'.
De persoon naast mij op het terras deed even de versie uit de doeken die ik in organisaties regelmatig tegenkom. "Ik mis het goede gesprek, zeggen ze dan. Ja ammehoela, ik heb een dagtaak aan die gesprekken waar iedereen zijn zegje doet. Waar ik steeds weer opnieuw moet luisteren naar alle zorgen en wat mensen niet fijn vinden. Ik maakte laatst de blijkbaar onvergeeflijke fout om te zeggen dat ik die gesprekken niet zo fijn vond; nou dat heb ik geweten! Blijkbaar gaat dat goede gesprek één kant op en dat is niet de mijne. En als het nou nog ergens toe zou leiden, dan is dat nog te doen, maar het lijkt meer een soort verwijtend mantra te worden."
Het kostte mij wat moeite om m'n oren te sluiten. Dan maar inspiratie voor een blog, zelfs op vrijdagavond. Met nog een beetje extra inspiratie door mijn dochter die met een vriendin verhalen uit de oude doos ophaalde. Toen ze allebei nog op de lagere school zaten en bij elk logeerpartijtje samen mijn gênante verzameling schoenen met hakken uitprobeerden. En daarna kwamen de herinneringen aan die net zo gênante - vonden zij - goede gesprekken van hun wederzijdse moeders.
Zit wat in. Als ouders zeggen dat ze een goed gesprek willen voeren met hun kinderen, dan zie je de bui al hangen. Dat gaat zelden over iets leuks. Weinig kinderen die dat een goed gesprek zullen noemen. Mijn dochter vond dat in ieder geval niet, bij die goede gesprekken over het verschil tussen strandkleren en schoolkleren (iets met afgeknipte spijkerbroeken tot boven je billen). Mijn zoon trouwens ook niet, bij net zulke even goede en steeds terugkerende gesprekken over de hoeveelheid tijd om te gamen.
Een goed gesprek met je ouders is dus meestal een aankondiging van idiote, prehistorische grenzen voor je eigen bestwil. Yeah right. Kunnen zij een goed gesprek noemen, maar speak for yourself. Talk to the hand. Boring. Of zoiets.
Terug naar organisaties. De ruis over het goede gesprek begint ook hier bij: volgens wie het goede gesprek? Wat ik goed en fijn vind, vind jij niet, dus wat moeten we dan?
Je kunt ook besluiten om te beginnen bij wat goed is voor de verandering. En dan is het goede gesprek alles wat op tafel moet om veranderen makkelijker te maken. Wat noodzakelijk is om over uit te wisselen omdat je anders onbedoeld stagnatie krijgt. En dat is dus totaal iets anders dan beginnen bij wat jij of ik of zij of wij fijn vinden.
Het goede gesprek in een verandering is bijvoorbeeld:
- op tafel wie, in welke rol en met welke invloed, waarover mee mag praten en wie waarover niet;
- op tafel dat het echt moet, die verandering en dat het geen vriendelijke suggestie is;
- op tafel dat de hooggewaardeerde professionele autonomie in de organisatie inmiddels een excuus is om precies te doen waar je zelf zin in hebt;
- op tafel dat de explosieve groei definitief een einde betekent van de gezellige, knusse en persoonlijke start-up vibe;
- op tafel dat het familiebedrijf is overgenomen door een investeringsmaatschappij en nu dus Russisch is in plaats van Brabants;
- op tafel dat die grote klant is vertrokken omdat we al jarenlang niet naar ze luisteren en dus niet omdat die klant stom en veeleisend is;
- op tafel dat de medewerkertevredenheid tijdelijk onherroepelijk zal zakken als we gaan sturen op resultaatgerichter;
- op tafel dat de noodzakelijke cultuurverandering het hart van de organisatie raakt;
- op tafel dat je als directie vuile handen moet maken in een verandering en dat je daar geen populariteitsprijs mee wint.
Zeg maar al die onderwerpen die mwah zijn. Die je liever negeert in de hoop dat het overwaait. Of fijn sust zolang het kan. Of van hoopt dat iedereen het zo wel snapt zonder dat je er een uitroepteken achter hoeft te zetten waardoor je er weer niet-fijn op komt te staan.
Zeker geen kat-op-het-spek-binden-gesprekken over dreigende ontwikkelingen in de markt.
Zeker geen pijnlijke-waarheid-gesprekken over wat er definitief verloren gaat en echt nooit meer terugkomt.
Zeker geen wrijf-het-er-maar-in-gesprekken over verantwoordelijkheden en de noodzakelijke rot-klus voor leidinggevenden.
Noch de ik-krijg-hier-als-zeer-ervaren-man/vrouw-ernstig-hartkloppingen-van-gesprekken.
En precies die gesprekken zijn nou 'het goede gesprek' als organisatieverandering je aan het hart gaat. Juist die gesprekken zou je moeten willen voeren als je geen onnodig gelazer en vertraging wilt hebben. En juist de vanzelfsprekendheid dat het goede gesprek niet per se fijn is, zou zo ongelofelijk veel uitmaken in een verandering.
Het goede gesprek dus beginnen bij wat helpt om de gewenste beweging van je organisatie te stimuleren. Of je dat nou leuk vindt of niet. En als je verstand hebt van veranderen, dan weet je exact welke goede niet-fijne gesprekken je in jouw organisatie noodzakelijk zijn tijdens een verandering. Met wie. En door wie. Daar kun je nog steeds op vrijdagavond zo zat van zijn dat je buurtafeltje op het terras ervan kan meegenieten, maar dan weet je in ieder geval dat die ergens goed voor zijn. Dat je je niet het apezuur investeert in goede gesprekken en nog steeds geen stap verder komt.
Wil jij ook weten welke goede gesprekken er gevoerd zouden moeten worden in een verandering? Hoe jij dat doet, die niet-fijne goede gesprekken? En hoe je die afwisselt met ongekend fijne, geruststellende gesprekken waar jij met je veranderverstand het licht aandoet in het donker? Schrijf je dan nu in voor de laatste plekken in de training Cultuurdingetjes voor het najaar!
Chantal
op 30 May 2024Maaike Thiecke
op 30 May 2024