Ik kreeg het deze week bijna aan de stok met iemand. Over cultuurdingetjes die volgens mij helemaal geen cultuurdingetjes zijn.
De aanleiding was gek genoeg het tv-programma Je huis op orde. Ik ben fan van dit programma waar mensen met een overvol huis een handje worden geholpen om letterlijk en figuurlijk op te ruimen. Het hoogtepunt is wat mij betreft niet een opgeruimd huis aan het eind van het programma, maar het moment dat alles (en dan bedoel ik alles) uit dat huis in een grote loods ligt. Gesorteerd. Elke kleerhanger, elke pot kappertjes over de datum, elk oplaadsnoer, elke ijsbolletjestang en elke VHS videoband, op bijna een half voetbalveld.
En dan doet de voice-over een paar cijfers, voor het idee.
Dat is het moment waarop ik iedere woensdagavond app met mijn dochter (eveneens fan):
"Let op, daar gaan we."
"55 m2 kleding van moeder"
"216 flessen water"
"343 pakken spaghetti"
"197 paar schoenen"
Fascinerende tv. Vind ik. Ik heb echt een zwak voor die families met steevast een verhaal waar je van snapt dat opruimen nul prioriteit heeft. Meestal iets uit de top 5 life events.
Degene die ik deze week sprak, viel niet per se over het feit dat ik dit soort verwerpelijke programma's kijk. Ze veronderstelde alleen dat ik NATUURLIJK zag dat dit helemaal niet over opruimen ging omdat de zooi NATUURLIJK vooral een veelzeggend, hardnekkig probleem was in dat gezin. Een probleem dat NATUURLIJK niet was opgelost met een nieuwe kast met handige bakjes waar je je kruiden in kunt sorteren, je kleren strak opgevouwen in - in plaats van naast - de kledingkast en voor elk gezinslid een wasmand met z'n eigen naam erop.
Ik begrijp echt wel wat zij zegt, als ik het gezin voorbij zie komen waar de moeder long-covid heeft en al drie jaar op de bank ligt te liggen. Ze heeft 192 knutselpakketten en 74 stickervellen op voorraad, voor als ze straks weer lang genoeg op een stoel kan zitten om met haar zoon van tien te knutselen. 72 rollen inpakpapier voor als ze straks (straks) weer naar verjaardagen kan. Ik voel echt wel dat er iets meer te doen valt dan color coordinated sorteren als haar echtgenoot snikkend bij zijn zeven snowboards staat omdat hij zielsveel van zijn zieke vrouw houdt maar zich realiseert dat het definitief gebeurd is met samen halsbrekende toeren uithalen in de sneeuw. En natuurlijk weet ik vrij zeker dat het niet zo simpel is, wanneer ze afscheid nemen van een groot deel van de 761 knutselwerkjes, 303 babykleertjes en 1500 boeken en ik het witte bekkie van die tienjarige zoon zie, die aan het eind, in dat opgeruimde huis, zachtjes zegt 'maar mama gaat gewoon weer nieuwe spulletjes kopen ...'.
Ja, daar is meer te doen dan opruimen.
Ook snap ik dat er ietsje meer bij komt kijken voor de twee zussen, amper 20, die na de plotselinge dood van hun vader alleen achterblijven in het ouderlijk huis. Twee jaar later komen ze om in de zooi. Waaronder 45 dode planten, 256 nagellakjes, 21 paardrijbroeken en 112 natte, vieze handdoeken. De oudste zus verstopt haar verdriet in een baan om geld te verdienen (want iemand moet het doen) dus opruimen schiet erbij in. En de jongste zus verstopt haar verdriet in weigeren haar enige taak in het huishouden te doen, namelijk wassen, vandaar zoveel vieze en natte handdoeken. En samen verstoppen ze hun verdriet in ein-de-loos vitten op elkaar 'ja maar jij ...'. Met dank aan de teringzooi en de dagelijkse ruzies daarover hoeven ze voorlopig niet te verzuipen in hun verdriet, dus nee, dat is niet klaar met je huis op orde.
Tot zover waren we het eens. Maar even: gewoon de boel opruimen, is echt soms een oplossing. Zei ik.
Eens. Maar niet genoeg. Was de reactie.
Jawel, zei ik, het is soms DE oplossing.
En daarover kregen we het dus met elkaar aan de stok. Want dat vond mijn gesprekspartner niet. Sterker nog: wat een miskenning van het echte probleem! Vond zij. En trouwens ook nogal een blamage voor iemand die zogenaamd verstand had van hardnekkige problemen en cultuurdingetjes-puinhoop in organisaties. Ik dus.
Tja. Dan ga ik preken.
Ik kan me er echt kwaad om maken hoe vanzelfsprekend het is om bij puinzooi meteen veelbetekenend te knikken over 'een dieperliggend probleem'. In organisaties heet dat een cultuurdingetje. Sommige puinzooi is gewoon rommel die je moet opruimen. Gewoon, de bezem erdoor. Gewoon ordenen. Gewoon een kast timmeren en haakjes ophangen. En heel, heel veel weggooien wat niet meer past, dood is of over de datum.
Precies zoals in dit tv-programma; een prachtige maar ook irritante metafoor voor wat ik in organisaties zie. Rommel. Die je probeert te omzeilen. Een u-bocht voor bedenkt waardoor je nieuwe rommel krijgt. Waar je overbelast van raakt en een dagtaak aan hebt. Ruzie van krijgt, vertraging door oploopt en elkaar de schuld van geeft. Of negeert omdat er geen beginnen aan is. Waardoor je ook weer went aan rommel.
Die puinhoop kun je een cultuurdingetje noemen. Je kunt ook echt eerst beginnen met orde scheppen. In organisaties komt dat neer op werkprocessen verhelderen. Rollen en bevoegdheden beschrijven. Sleutels uitdelen. Systemen updaten. Kasten opruimen. Fatsoenlijk materiaal kopen. Meetlatten verhelderen. En ook: heel, heel veel weggooien wat niet meer past, dood is of over de datum.
In plaats van je huis op orde, de basis op orde ja.
Ik weet hoeveel mensen daar kokhalsneigingen van krijgen. Liever een cultuurdingetje dan gewoon rotzooi die je kunt (en moet) opruimen, lijkt het soms wel. En dáár krijg je in organisaties onnodig leed van. Omdat opruim- en regel-dingen gemakkelijk veelbetekenend worden geduid als een dieperliggend probleem. Waar mensen dan ook nog op gecoacht moeten worden of op moeten reflecteren. Met de boodschap dat ze kunnen leren beter om te gaan met rotzooi. Het is hetzelfde als de zussen in dit tv-programma een cursus geweldloze communicatie aanbieden terwijl ze door de zooi niet eens tegenover elkaar kunnen zitten aan de eettafel. Of loopbaancoaching met familieopstelling cadeau doen aan de vrouw met long-covid.
Doe gewoon niet, denk ik dan. Help gewoon eerst de zooi opruimen. Soms komt dan onder die zooi iets anders boven water. En soms ook echt, serieus, werkelijk niet hè.
Natuurlijk moet je bij puinhoop in je organisatie alert zijn op meer dan alleen 'effe regelen'. Net zo goed zou je alert moeten zijn op hardnekkig gelazer, conflicten, vertraging, ziekteverzuim, communicatieproblemen die zomaar opgelost kunnen worden door op te ruimen, te ordenen en te stickeren. Puinzooi in organisaties is juist erg gebaat bij je vermogen om het onderscheid te maken: wanneer is het nou een regelding en wanneer is het een cultuurding? Daarom zit in mijn training Cultuurdingetjes precies die vraag. Zodat je weet uit welk vaatje je moet tappen en je niet per ongeluk een regelding te lijf gaat met een cultuuroplossing. Of andersom want ook dat is net zo goed de verkeerde kant op ploeteren. Je krijgt van mij ook het antwoord op die werkelijke cultuurdingetjes, voor als er ineens eentje stinkend op tafel ligt nadat je er de zooi af hebt gehaald.
Plus nog wat tips hoe je de teleurstelling opvangt als dat opruimcorvee onverhoopt slecht nieuws is voor de fans van cultuurdingetjes.
Degene die ik sprak gaat zich zeker niet inschrijven. Dat begrijp ik. Wil jij wel? De training in april is vol maar je kunt in oktober nog meedoen!